Herfst op een hand vol zand

 

De titel van dit blog is vrij vertaald naar een van mijn eilander voorvaderen: Jacob Fenenga (1888-1972):

 

De laatste vier regels van een van zijn gedichten luiden:

 

Wat biint ús oon dat lytj stok laun?
Ach, it minste is ús al in bjaun,
af is ’t aik maar fan dún af straun
- in haun fol saun…

 

De gehele tekst inclusief vertaling plaats ik onderaan mijn blog via een link naar de website van de VVV Schiermonnikoog.

 

Voor mij is Schiermonnikoog méér dan een hand vol zand.

In alle jaargetijden kan ik er genieten.

Graag neem ik jou als lezer mee op een tocht in de herfst door de foto's die ik in een diashow boven dit artikel plaats.

 

De schoonheid van de natuur is voor mij mooiste dat er bestaat.

De ongereptheid, de grootsheid, de stilte en toch ook altijd naast die stilte de wind.

 

De wind die het riet laat ruisen, de bomen op de kwelder hun bijzondere uitstraling geeft.

De wind die het water laat kabbelen of opstuwt in golven. Die de branding tot dat indrukwekkende geluid maakt dat je hoort nog vér voor je het strand bereikt.

 

Het is die schoonheid van de natuur, die mijn opa mij liet zien. Toen ik bij hem achterop de fiets zat als klein meisje.

Hij vertelde mij de namen van de vogels die we zagen onderweg. Wees mij op dát wat er op het wad te zien was.

 

Nog steeds fiets ik graag aan de buitenkant van de dijk. Om te genieten van het wad als het getij het droog heeft gelegd.

Indrukwekkend hoeveel leven er dan op de bodem van het wad is. De vele vogels die er hun kostje bij elkaar zoeken.

Even indrukwekkend is de bodem van het wad die gevormd wordt door de kracht van het water.

 

Tóch, ook staand op de dijk als het water gewoon te zien is, kan ik genieten. Boten, in de zomer een jachthaven vol masten, die schitterende wolkenpartijen boven het wad, een onverwachte regenboog. Of bij helder weer de sluizen van Lauwersoog zien.

 

In de herfst zijn er naast de verschillende soorten paddenstoelen ook veel trekvogels te zien. Sommigen gaan binnenkort warmere oorden opzoeken, andere komen hier overwinteren.

Dit keer zag ik maar weinig lepelaars meer, ze zaten zelfs te ver weg om ze duidelijk vast te kunnen leggen.

Nog steeds zijn er genoeg aalscholvers, de eerste brandganzen en grauwe ganzen heb ik  gezien. Ook wintertaling en krakeenden zijn alweer in groepen bij de vogelkijkhut te zien.

Het klapwieken met de vleugels van een aalscholver om na een zwempartij de vleugels weer te drogen is een geweldig gezicht!

 

Mooi zijn ook de ingenieuze spinnewebben, gespannen tussen takken van struiken. Waardoor ze mooi afsteken tegen de natuur als er dauw op ligt.

En de indrukwekkende rode kleur van zeekraal is een opvallende blikvanger in het herfstlandschap.

 

Geweldig zijn de wolkenluchten in een samenspel met opkomende of ondergaande zon. Ook het samenspel met regen, een regenboog of een wolkenpartij die de zon tegenhoudt maar daarmee het spreekwoord "achter de wolken schijnt de zon" ten toon spreidt

 

Het is geweldig om zo van de natuur te mogen en kúnnen genieten. Bloemen die er nog nét zijn om pas in voorjaar en zomer zich opnieuw te laten zien. Zoals bijvoorbeeld kamperfoelie met vlak daarvoor de schermen van een uitgebloeide bereklauw.

 

12 november 2021

 

PS: Door een blessure zullen alleen nog voorbereide blogs voorlopig verschijnen Dit blog is daar één van.