De Overtuin

 

Op Schiermonnikoog is door de eigenaren van de "Heerlijkheid Schiermonnikoog" - de familie Stachouwer - bepaald hoe de indeling van straten en de bebouwing eruit moest zien.

Hierbij is rekening gehouden met de ligging van de huizen ten opzichte van de windrichting.

 

De huizen welke aan de Streken, de oudste straten van het huidige dorp zijn gelegen, te weten aan de Middenstreek en Langestreek hebben allen een overtuin. Deze werden gebruikt om eigen groenten te kweken in vroeger tijden.

Het voorstek grensde aan de woning, tussen voorstek en achterstek loopt een voetpad. De Voorstreek is gelegen bij de Middenstreek, de Langestreek om de Noord scheidt de huizen met voorstek van de overtuinen aan de Langestreek.

 

Mijn opa en oma woonden in een karakteristieke eilander woning en hadden een grote overtuin die voorzien was van fruitbomen, -struiken en vele soorten groenten. Op enig moment heeft mijn opa ook een kas gebouwd voor fruit en groente.

 

In de zomer konden we helpen tijdens het oogsten met het tippen van bonen, rissen van bessen etc. De grote hoeveelheden werden in de weck gezet, ingevroren of meteen verwerkt. Zacht fruit werd voor sap/limonade, jam en gelei gebruikt.

 

Mijn oma's favoriet was de aardbeienlimonade.

Appelgelei was voor vele doeleinden geschikt. Zelfs in haar laatste levensjaren waren potjes appelgelei een welkom ingrediënt voor de rode kool met appeltjes. Toen haar handen het snijdwerk van de appels bemoeilijkten had ze toch huisgemaakte appelgelei! Daarmee had ze de appelsmaak én een onbespoten product dat ze door haar eten kon mengen.

 

Voor mij was de rode aalbessenlimonade een bijzondere variant omdat zij in de winkel niet te koop is!

Toen ik mijn eigen siropen ging maken, was dat één van de eerste varianten die ik bottelde naast het verwerken van appelen en een bessencombinatie van rode, zwarte en witte aalbessen.

 

De tuin op Schiermonnikoog bood onder andere: sperciebonen, snijbonen, tuinbonen, diverse soorten koolgewassen zoals bloemkool,  spruiten, spitskool, rode kool, boerenkool. Verder: wortelen, radijs, sla, uien, sjalotten, prei, rode bieten, spinazie, aardappelen, kruiden als peterselie, bieslook. Ook verbouwde mijn opa augurken.

In de kas waren tomaten en druiven te vinden.

 

De grote kelder bood een thuis aan de vele weckpotten, zodat jaarrond groenten uit eigen tuin konden worden gegeten. Ook stond daar een grote Keulse pot waarin zuurkool werd gemaakt en bewaard.

 

Achter in de tuin had opa een ton staan om paling te roken, die hij ving in fuiken.

De laarzen die in de schuur hingen, ontlokten mij als 6-jarige de vraag: Opa wat voor lange laarzen zijn dat? Met alleen zijn antwoord: "Lieslaarzen" nam ik geen genoegen. Ik wilde ook graag weten wanneer hij die dan gebruikte!

In de vensterbank bij opa's stoel in de eetkamer lag altijd een Enkhuizer almanak. Snel te raadplegen om op de hoogte te zijn van de getijden.

 

Als wij op de eerste dag van de vakantie aankwamen stond er altijd vis op het menu bij de broodmaaltijd 's avonds.

Opa bakte de eventuele gevangen schol en bot op een kookplaat in de schuur en zette de diversiteit die hij in de fuik getroffen had vervolgens  op tafel.

 

Kwam ik na een fietstocht terug, dan zette ik mijn fiets in de schuur achter in de tuin.

Als opa paling aan het roken was dan zei mijn oma bij binnenkomst al tegen mij dat ze wist wat opa aan het doen was.

 

Intussen weet ik dat ook op de naburige tuin een rookton stond. Dus helemaal waterdicht was oma's redenatie niet per definitie. Anderzijds: Als opa in huis was, wist ze dat een ander de rookgeur aan mijn kleding veroorzaakte.

 

2 oktober 2021

Maak jouw eigen website met JouwWeb